Maurits Pirquin (1921 - 1993)
Zieleleven
(zelfportret), olie op doek, 92 x 73, 1987
Maurits Pirquin zag het levenslicht te Hoeilaart, op 21 augustus 1921. Zijn ouders
waren druiventelers, die zeker niet droomden van een artistieke carrière voor hun zoon.
Rond zijn zevende levensjaar werd Maurits echter getroffen door een toen ongeneeslijke
reumatische aandoening, die hem jarenlang aan het bed gekluisterd hield en hem voor het
leven tekende.
Voorjaar,
pastel, 55 x 42, 1988
Talent had hij echter ingeboren. De gezondheidsproblemen, die voor ieder andere een
onoverkomelijke hinderpaal zouden zijn, werden voor Maurits Pirquin een stimulans om
precies dat ene grote talent dat in hem sluimerde, te gaan ontwikkelen. Met een
onbeschrijflijke moed ging de jongeman aan het tekenen en schilderen : de wereld rondom
hem, de mensen om hem heen, en vooral - en dat is ook nu nog zijn grote kenmerk - zijn
innerlijke wereld.
Bezieling,
olie op doek, 73 x 92, 1986
Zijn werk werd opgemerkt door Richard Viandier, lesgever aan de academies van Elsene en Sint-Joost,
bekend om zijn landschappen, geschilderd in het Zoniënwoud. Om de steun van die gevoelige
artist is Pirquin nu nog dankbaar.
Na zijn academische opleiding aan de academies van Elsene en Brussel, die hij
combineerde met zijn werk als studietekenaar bij het Ministerie van Landbouw, kwam Pirquin
terecht in het "Vrij tekenatelier" van Sint-Lambrechts-Woluwe, dat eerst door
Edgard Tytgat werd geleid, en, na diens dood in 1957, door Maurits Verbist. Afgestudeerden
uit verscheidene academies en hogere instituten ontmoetten hier elkaar in een ongedwongen
sfeer om te discussiëren over kunst, om samen te werken, elkaars "produkten" te
bekijken, te bespreken, elkaar aan te moedigen; Oscar Jespers, Herman Minner, Maurits Van
Saene behoorden er tot de getrouwen ...
Kruisweg
XIV Jezus wordt in het graf gelegd, aquarel, 26 x 33, 1969
Vanaf 1965 wijdde Maurits Pirquin zich uitsluitend aan zijn kunst, die in een
stroomversnelling terecht kwam : zijn expressie werd steeds dieper en voller, zijn
techniek maakte zich verder los van het academisme. Zeer snel evolueerde hij tot de
schilder van het innerlijke, waarbij de vormgeving nauw met het behandelde thema is
verbonden. Voor hem was het schilderij geen doel op zichzelf, zelfs de schoonheid ervan
was geen doel, maar wel was het werk de uiting van hetgeen zijn ziel ontroerde en
beroerde. Aldus is een doek van Pirquin niet zomaar "een mooi werk" : het geeft
inzicht in wat de kunstenaar bezighield, wat hem boeide en bekommerde. Het geeft de
toeschouwer toegang tot zijn vreugde en verdriet, m.a.w. het verplicht tot mede-leven. De
emoties die hij in zijn hele werk legde, zijn die van ieder mens. Wie Pirquins doeken met
aandacht bekijkt, vindt er zichzelf in terug, zijn eigen zijn, het zijn van ieder mens,
van "elckerlyc". Ten onrechte zou men Pirquin als een late expressionist
catalogeren : hoewel hij expressionistische technieken aanwendde - niemand kan loochenen
wat vóór hem kwam - keerde hij terug naar de oorsprong van het expressionisme, wat zijn
vormgeving sterk en tegelijk sober maakt.
Schoon
is de mens, olie op doek, 89 x 130, 1987
Zijn tekenwijze werd steeds schematischer, eenvoudiger, vrijer, zijn kleuren feller en
vitaler. Zijn kunst werd één constant opborrelende stroom van gedachten en ideeën, van
uitbarstende emoties. Van het klassieke portret en het academische landschap evolueerden
zijn onderwerpen naar het essentiële, van alle franje ontdaan, zodat de hele kunst
eigenlijk een "teken" werd, een uiting van het rijke innerlijke leven van de
kunstenaar. Voor die uiting van gevoelsleven vond de artist zelf dat hij schatplichtig was
aan Simone (+ april 1990),
die vijfentwintig jaar lief en leed met hem deelde, hem bijstond en steunde, de kunstenaar
in hem zonder ophouden stimuleerde. Naar haar gingen zijn gedachten voortdurend, haar
portretten schilderde hij het liefst. Tot op het einde van zijn leven was zij zijn muze,
die zijn gemoed beheerste en zijn hand leidde ...
Het
heelal...en wij ?, olie op doek, 40 x 30, 1991
En steeds weer nam de kunstenaar het palet ter hand, een palet dat voller, kleuriger en
levenskrachtiger was dan ooit. Elke dag bleef Pirquin schilderen met een overtuigende
kracht en een ontwapenende eerlijkheid, die niet anders kunnen dan iedereen ontroeren en
overtuigen.
Verslaving,
olie op doek, 70 x 60, 1980
Maurits Pirquin heeft werk in publieke en privéverzamelingen, in binnen- en
buitenland. Hij nam deel aan groepstentoonstellingen in Affligem, Brussel, Elsene, Leuven,
Waver en Werl (Duitsland). Persoonlijke tentoonstellingen had hij in Hoeilaart, Brussel,
Vaalbeek, Grimbergen, Knokke-Heist, Gaasbeek (Kasteel), Galmaarden (Provinciaal
Trefcentrum Baljuwhuis).
Rotweer
(Zeebrugge), olie op doek, 70 x 60, 1978
In 1950 ondernam hij een lange kunstreis door Italië, en in 1963 tekende hij in de
Parijse "Académie La Grande Chaumière". Maurits Pirquin overleed te Hoeilaart
op 4 november 1993.
H.V. (uit "kunstmap Maurits Pirquin", ABB verzekeringen)